Een waterkeuring moet uitgevoerd worden bij:
1. eerste ingebruikname 2. belangrijke wijziging 3. heringebruikname na afsluiting 4. vaststelling van een inbreuk 5. na herstelmaatregelen bij een eerdere afkeuring

Bij een waterwatering  worden volgende zaken worden gecontroleerd:
1. De aangesloten binneninstallatie op het openbare netwerk 2. De niet-aangesloten installatie op het openbare netwerk (b.v. putwater) 3. Het tweedecircuitwater (b.v. regenwater)

Volgende documenten dienen bij een keuring voorgelegd kunnen worden:
1. Inventarislijst van de toestellen
2. Rioleringsplan

Tijdens een watercontrole kijken we na of:
1. De juiste beveiligingen werden geplaatst tegen verontreiniging, terugvloeiing en terugpersing 2. Het regenwater correct werd gescheiden van het drinkwater.
>> Een aantal toestellen moeten minimum geplaatst zijn voor de controle. Meer informatie vindt u in de handleiding waterkeuringen van Aquaflanders.

1. Werfaansluiting voor eengezinswoning (ééntapsinstallatie)
2. Woningen en appartementen
3. Gemeenschappelijke delen van appartementen
4. Industriële of commerciële omgeving met:
zwembaden, automatische brandblusinstallatie, niet-Belgaqua gekeurde breektank (zelfbouw), drinkwater als proceswater, werfaansluiting voor een niet-eengezinswoning (b.v. appartementsgebouw, kantoren) 5. Enkel toestellen voor normaal huishoudelijk gebruik & additieven categorie 3

Bent u ontevreden over een keuring door een door AquaFlanders erkende keurder? Dan moedigen we u in eerste instantie aan om in dialoog te gaan. Komen jullie er niet uit, dan kan u via de website van AquaFlanders een klacht indienen.